Het afgelopen weekend, 7 en 8 september, is het tweede weekend dit jaar waar veel dte-leden zich hadden ingeschreven voor wrakduiken op de Noordzee. Aanvankelijk waren 11 leden aangemeld. Na wat afmeldingen blijven er uiteindelijk 5 over. Het is ook geen weekend geworden, maar slechts één dag. De zondag valt af vanwege een voorspelling van teveel wind op zee. Patrick, Roeland, Michel, Gerwin en ik zijn er nog bij.
Vrijdagavond moeten we inschepen, zodat we zaterdagochtend in alle vroegte kunnen vertrekken naar het eerste wrak, de Hondsbosch. Een niet al te groot wrak, op 20 meter diepte, in 1973 gezonken en nog goed als boot herkenbaar (https://dty.nl/content/wrakinfo-hondsbosch).
Bij aankomst maakt de vaste duik crew van de Lamlash de ankerlijn vast aan het wrak. Die lijn gebruiken we straks om langs af te dalen. Bij het te water gaan krijg je een andere lijn in je handen gedrukt die op zes meter diepte bij de ankerlijn uit komt. Daar doe je nog een laatste buddycheck en daal vervolgens langs de ankerlijn af naar de diepte. Hou die ankerlijn vast, want als de stroming vat op je krijgt ben je kwijt en volgt er meteen een search and rescue scenario. Misschien. Maar misschien ook niet. Want hoe hard stroomt het nou helemaal rondom de kentering. Ik probeer het niet uit. Minutenlang volg ik de gele lijn die schuin voor mij in een zwart gat verdwijnt. Eén hand aan de lijn, met de andere hand klaren en af en toe wat lucht in m’n vest. Regelmatig omkijken of mijn buddy (Roeland) nog in de buurt is. Dat is ie.
Opeens zie ik onder me lichtjes. Zijn we er al? Voor mij verdwijnt de gele lijn nog steeds in het zwart. Het zicht is kennelijk niet al te best. Aarzelend laat ik even later de ankerlijn los. Er is nog een klein beetje stroming. Ik blaas lucht in m’n vest, maak m’n trim in orde en we laten ons langzaam met de stroom meevoeren over het wrak. We zweven over de reling, over een paar grote bolders, langs wat patrijspoorten, en komen uit bij iets dat op een stuurhut lijkt. Onderweg heel veel vis, enorme noordzeekrabben en XXL kreeften.
Roeland reelt deze duik. We kunnen niet helemaal om de stuurhut heen want het nadeel van een reel is dat je altijd langs dezelfde route terug moet. Dat zou teveel tijd kosten. Terug bij de ankerlijn hebben we nog ruim tien minuten bodemtijd over en gaan nog even richting boeg. Mooi gezicht zoals ie rechtop uit de zandbodem omhoog komt. Ik zie een groot gat in de romp. Is ie daarom gezonken? Geen idee, zou kunnen, maar we moeten nu echt omhoog. Als we na bijna een uur boven komen zijn we de laatsten uit het water. Alleen twee duikers die de ankerlijn losmaken zijn nog beneden.
Zodra die ook boven zijn, en de ankerlijn geborgen, vertrekken we richting tweede wrak van de dag, de ‘Leliegracht’. Rond vier uur is de volgende kentering. Dan moeten we er zijn. Een kleine vijf uur op de boot rond hangen, flessen vullen, batterijen opladen, eten en kletsen over het weer, klimaat en windmolens. Sommigen volgen een spoedcursus stuurman, anderen speculeren over de wind van de volgende dag, want kunnen we nou echt niet tot zondagavond blijven?
Het is gewoon prachtig weer, moeilijk voor te stellen dat hier morgen golven van anderhalve meter staan. Allerlei appjes worden geraadpleegd, en steeds meer appjes geven aan dat het echt slecht weer gaat worden. Ondertussen wordt er door de vaste bemanning wat vissen geslacht waaronder een kongeraal (zeepaling) van ruim een meter die iemand met een harpoen geschoten had. Ach ja, waarom ook niet.
De Leliegracht is een stuk groter dan de Hondsbosch. Is in 1974 gezonken en inmiddels, op een diepte van 30 meter, aardig uiteen gevallen (https://dty.nl/content/wrakinfo-leliegracht).
Bij deze duik dezelfde routine als die ochtend: afdalen langs de gele lijn die oneindig ver de diepte in verdwijnt. Gewoon er achteraan gaan en er op vertrouwen dat aan het eind van die lijn iets moois te zien is. Om te beginnen krioelt het beneden van de duikers (we waren wat laat het water in gegaan, omdat men bij duiken rondom een kentering vaak de neiging heeft te vroeg te zijn).
Ik moet mijn best doen om naast het vastmaken van de reel ook mijn buddy te blijven lokaliseren. Het grote verschil met de ochtend is dat we nu goed zicht hebben. Ik denk wel tien of twintig meter. Misschien dat het door een kleine stikstofnarcose komt (waarschijnlijk niet want we duiken met nitrox) maar ik vind het een heerlijke duik.
Nul stroming, overal vis om mij heen, het wrak hier en daar begroeid met kleurige anjelieren, overal gaten en kieren met noordzeekrabben. Ook hier een boeg die nog fier overeind staat, en aan de andere kant, aan het eind van mijn reel, een stuk romp met gaten waar ik graag een keer in had willen kijken. Maar ja, de reel was niet langer. En de tijd was op.
Doordat het zo diep is hebben we maar een klein half uur bodemtijd. Ik had hier nog wel uren rond kunnen hangen. Kan natuurlijk niet. Ja misschien wel met een rebreather, maar uiteindelijk zal toch de stroming te sterk worden. Met 1,5 knoop (77 cm/s) zal het hier straks geen feest meer zijn voor een duiker. We gaan omhoog.
Boven blijkt het weer al aan het veranderen. Er staat wind, er zijn golven en het is kouder. Achter ons wordt de ankerlijn al los gemaakt. Terug naar IJmuiden.
Bij het verlaten van de Lamlash krijg ik nog een zakje met een paar moten kongeraal in mijn handen gedrukt. Lekker.
Wil je ook wrakduiken? Informeer bij Patrick of Bart. Brevet 2* en nitroxduiken is nodig. Brevet wrakduiken leer je tijdens de trip.
Rob van Meggelen